Een Duitse cliënt van Schelstraete wordt door een Nederlandse dressuurstal aangesproken tot betaling van de kosten van training en stalling van een paard dat hij van die stal heeft gekocht en kort na de levering wegens non-conformiteit heeft teruggebracht. De Rechtbank in Middelburg wijst de vordering van de Nederlandse dressuurstal af. Volgens de rechter is de Nederlandse dressuurstal niet in haar bewijsopdracht geslaagd waardoor het bestaan van een overeenkomst tussen partijen tot stalling en training niet kan worden aangenomen. Client van Schelstraete hoeft dus niets te betalen.