contest-dressage-dressage-contest-97587

Ongeschiktheid dressuursportpaard als gevolg van een OCD fragment of probleem in de ondervoet?

Uiteenlopende veterinaire visies en de juridische gevolgen daarvan bij consumentenkoop.

Ongeschiktheid dressuursportpaard als gevolg van een OCD fragment of probleem in de ondervoet?

Cliënte van Schelstraete – die zich hobbymatig bezighoud met de dressuursport – was op zoek naar een paard geschikt voor de dressuursport, in de leeftijd van 3 tot 5 jaar, 3 goede gangen, zadelmak en betrouwbaar. Een Nederlandse handelaar – een professional – bood na contact haar een dergelijk paard aan en in september 2016 heeft zij dit paard gekocht voor een bedrag van EUR 15.00,00.

Korte tijd na aankoop bleek het paard kreupel te zijn. Cliënte liet het paard uitgebreid onderzoeken en behandelen door een zeer gerenommeerde dierenkliniek. Aanvankelijk werd vermoed dat het paard kreupel was vanuit de ondervoet. Na behandeling bleek het paard echter nog steeds kreupel te zijn. Reden om het paard verder te laten onderzoeken. Het paard bleek behept te zijn met een OCD fragment ter hoogte van de hals- en borstwervel, als gevolg daarvan was het aldus de gespecialiseerde veterinair kreupel en niet geschikt voor de dressuursport. Cliënte heeft vervolgens aan de verkoper gemeld dat ze om deze reden de koopovereenkomst ontbond.

Tussenvonnis
De Rechtbank in Gelderland, locatie Apeldoorn, heeft in een tussenvonnis van 1 juni 2018 overwogen dat het aannemelijk wordt geacht dat het paard binnen zes maanden na de aankoop al behept was met een OCD fragment en dat het als gevolg daarvan ongeschikt is voor de dressuursport. De rechter past het rechtsvermoeden toe (neergelegd in artikel 7:18 lid 2 BW).

Omdat de verkoper betwist heeft dat het paard al behept was met het OCD fragment en dat het paard als gevolg van het OCD fragment ongeschikt zou zijn voor de dressuursport heeft de rechter een deskundige benoemd. De deskundige diende te onderzoeken of het paard daadwerkelijk behept was met een OCD fragment, sinds wanneer en of het paard als gevolg daarvan ten tijde van de aflevering ongeschikt was als dressuurpaard.

Deskundigenonderzoek
Uit het onderzoek van de deskundige volgde verassend genoeg dat het paard op het moment van onderzoek niet kreupel was als gevolg van het OCD fragment. Het paard was op het moment van onderzoek niet ongeschikt voor de dressuursport als gevolg van dit fragment, maar de kreupelheid vloeide voort uit een oorzaak in de ondervoet, aldus de deskundige. Aldus de deskundige waren er ook geen aanwijzingen dat het paard op het moment van levering ongeschikt was als gevolg van het OCD fragment.

Een verrassende wending.

Schelstraete heeft vervolgens namens cliënte betoogd dat het niet uit maakt of het paard kreupel is en ongeschikt is als dressuurpaard als gevolg van het OCD fragment dan wel problemen uit de ondervoet. Bij consumentenkoop is het niet aan de consument om te bewijzen wat de oorzaak is van het gebrek.

De verkoper heeft nog betoogd dat cliënte van Schelstraete niet tijdig heeft geklaagd over de kreupelheid als gevolg van de problemen in de ondervoet. Zij heeft slechts geklaagd ten aanzien van het OCD fragment.

De Rechtbank volgt Schelstraete in haar argumentatie: de oorzaak van de kreupelheid en de ongeschiktheid als dressuurpaard hoeft door de consument niet aangewezen te worden. De consument hoeft aldus ook niet te klagen over de oorzaak van het gebrek.

Verdere verloop van de procedure
De Rechtbank heeft cliënte van Schelstraete in het gelijk gesteld. Zij heeft de koopovereenkomst rechtsgeldig ontbonden. De verkoper zal de koopsom moeten terugbetalen en het paard moeten terugnemen.

De cliënte van Schelstraete heeft ook schadevergoeding gevorderd maar partijen hebben hier nog niet inhoudelijk op gereageerd. Zij worden hiertoe nog in de gelegenheid gesteld.

Share this post

Latest news